Wie maar de goede God laat zorgen

Vers 1

en op Hem hoopt in ’t bangst gevaar,

is bij Hem veilig en geborgen,

die redt Hij godd’lijk, wonderbaar.

Wie op de hoge God vertrouwt,

heeft zeker op geen zand gebouwd.

Vers 2

Zo blijf eerbiedig God verbeiden,

zwijg voor de Heer ootmoedig, stil.

Hij zal u naar zijn raad geleiden;

’t is goed en heilig, wat Hij wil.

Richt dan op Hem vertrouwend ’t oog;

Hij voert u door de smart omhoog.

Vers 3

Treed vrolijk voort op ’s Heren wegen;

volbreng uw taak in zijne kracht;

’t wordt eind’lijk alles u ten zegen,

wanneer gij biddend daarop wacht.

Wie steeds gelovig op Hem ziet,

begeeft, verlaat Hij eeuwig niet.

Begeleiding nog niet beschikbaar

Bijdrage leveren

Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen