O Heer, uw liefd’ en macht
zijn nimmer te doorgronden;
leer ons bij dag en nacht
Uw deugden te verkonden.
Gij stondt uw liev’ling af,
uw eengeboren Zoon.
Hij daalde in dood en graf,
ontving der zonde loon.
Uw liefde en uw gena
zijn nimmer af te meten;
Gij slaat ons altijd ga,
Gij kunt ons nooit vergeten.
Gij zijt nu onze God,
en wij uw kind’ren, Heer.
O, onuitspreek’lijk lot,
niets scheidt van U ons meer.
Heb dank, ja, eeuwig dank,
Gij, bron van ’t eeuwig leven!
Ons vrolijk lofgeklank
zal roem en eer U geven.
Want Gij zijt waardig, Heer,
te ontvangen heerlijkheid,
aanbidding, lof en eer,
tot in alle eeuwigheid.
Bijdrage leveren
Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen