Komt! zingt met mij het lied Het lied van Mozes en het Lam
Van Mozes, en het Lam.
Komt, prijst verheugd met hart en stem
De Leeuw van Judah’s stam.
Zingt van Zijn’ grote macht,
Hij, die verrees uit ’t graf;
Vermeld hoe Hij steeds voor ons bidt,
Die ’t leven voor ons gaf.
Zingt voort tot dat het hart
Van liefde wordt vervuld,
Voor Hem die leed en stierf, aan ’t kruis
Voor onze zond’ en schuld.
Weldra roept Hij ons toe:
“Gezegenden, o kom!
Beërf het deel voor u bereid
In ’s Vaders heiligdom.”
Daar heeft men volle vreugd;
Daar gloeit de liefdevlam
In ’t hart van hen, die zingen ’t lied
Van Mozes en het Lam.
O, dat mijn wandel
nader zij
O, dat mijn wandel nader zij,
Met U mijn’ dierbren Heer!
Geef dat Uw licht mij op mijn’ weg,
Bestrale meer en meer.
Ik mis de zoete, zaal’ge vreugd
Die ik voorheen genoot;
Toen ik voor ’t eerst Uw’ liefde kon,
Toen was mijn blijdschap groot.
Ja heerlijk was mijn heilgenot,
Vol vrede mijn gemoed,
Maar nu is ’t hart zoo koud voor U!
En zonder liefdegloed!
O, Heil’ge Geest schenk mij de kracht,
Die ’t hart herleven doet;
Verdrijf de zonde door Uw’ macht
En reinig mijn gemoed.
Ruk weg elk afgod uit mijn’ hart,
Die U van mij verdreef,
Opdat ik wand’le in Uw licht,
En enkel voor U leef.
Zoo zal mijn wandel nauwer zijn
Met U mijn’ dierb’ren Heer,
Dan zal Uw licht mij op den weg
Verblijden meer en meer.
Bijdrage leveren
Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen