Jezus roept mij. Ik zal volgen, Jezus roept mij

Ik zal gaan waar Hij mij leidt.

In Zijn wijngaard wil ik werken

Schoon mij moeit' en leed verbeidt.

Vrienden mogen mij verlaten,

smaadheid zij mijn deel en smart.

Ik heb Hem als Heer gekozen

Hem alleen behoort mijn hart.


Jezus roept mij; Ik zal volgen

Naar dat leven dat Hij biedt.

’t Arme hart zoekt troost en vrede,

Maar de wereld schenkt ze niet.

O wat onrust, o wat lijden

Baart de wereld voor ’t gemoed.

Maar met Jezus! Welk verblijden!

Jezus is het hoogste goed.


Jezus roept mij; Ik zal volgen

Naar Zijn schulduitdelgend Bloed,

Om mij gans en al te domp’len

In dien reinigenden vloed.

Roept het vlees: “niet nu, maar morgen,”

Steken d’ afgoôn ’t hoofd omhoog,

Jezus roept mij, Hij zal zorgen,

Dat ik overwinnen moog’.


Jezus roept mij; Ik zal volgen

Vrienden, buren, komt met mij.

Haast u, Jezus maakt u zalig,

Haast u, Jezus maakt u vrij.

O bekent die grote gave.

’t Is voor allen, ’t is om niet.

Komt en laat u opwaarts voeren

Boven wat gij hoort of ziet.