Ik leg mijn zond’ op Jezus, Ik leg mijn zonde op Jezus

Het vlekk’loos Lam van God;

Hij die mijn straf verduurd heeft,

Verlost mij

zalig lot!

’k Vlied met mijn schuld tot Jezus,

Hij wast van zonde vrij.

Hoe bloedrood ook mijn zonden,

Geen vlek blijft meer in mij.


Ik klaag mijn nood aan Jezus,

In Hem woont Gods almacht,

Hij heelt al mijne krankheid,

Door Zijn verlossingskracht.

Ik breng mijn leed tot Jezus

En al mijn aardse zorg;

Hij geeft mij troost en vrede;

Mijn Heiland is mijn Borg.


Mijn ziel rust vrij bij Jezus,

Hoe mij de zonde ook tart;

Zijn liefde geeft verkwikking,

’k Leun veilig aan Zijn hart.

’k Heb lief den Naam van Jezus

Immanuël, mijn God.

Ik prijs den Naam van Jezus,

Zijn Naam geeft heilgenot.


’k Verlang te zijn als Jezus,

Die vrij mijn ziel bemint;

’k Verlang te zijn als Jezus,

Des Vaders heilig Kind;

’k Verlang te zijn bij Jezus;

Met eng’len voor Zijn troon;

Daar prijs ik dan voor eeuwig

Immanuël, Gods Zoon.