HEER, ai, maak mij Uwe wegen, Psalm 25:2,3,4,8
Door Uw woord en Geest bekend;
Leer mij, hoe die zijn ge-legen,
En waarheen G' Uw treden wendt,
Leid mij in Uw waarheid, leer
IJv’rig mij Uw wet betrach-ten;
Want Gij zijt mijn heil, o HEER,
‘k Blijf U al den dag verwachten.
Denk aan't vaderlijk meêdogen,
HEER, waarop ik biddend pleit;
Milde handen, vriend'lijk' ogen,
Zijn bij U van eeuwigheid.
Sla de zonden nimmer ga,
Die mijn jonkheid heeft bedreven;
Denk aan mij toch in genâ,
Om Uw goedheid eer te geven.
’s HEEREN goedheid kent geen palen;
God is recht, dus zal Hij door
Onderwijzing hen, die dwalen,
Brengen in het rechte spoor.
Hij zal leiden 't zacht gemoed
In het effen recht des HEEREN.
Wie Hem need'rig valt te voet,
Zal van Hem zijn wegen leren.
Zie op mij in gunst van boven;
Wees mij toch genadig, HEER;
Eenzaam ben ik en verschoven:
Ja, d' ellende drukt mij neer.
‘k Roep U aan in angst en smart;
Duizend zorgen, duizend doden
Kwellen mijn angstvallig hart;
Voer mij uit mijn angst en noden.
Bijdrage leveren
Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen