Hij, die op Gods bescherming wacht, Psalm 91:1,4,5

Vers 1

Wordt door den hoogsten Ko-ning

Beveiligd in den duist'ren nacht,

Beschaduwd in Gods wo-ning.

Dies noem ik God, zo goed als groot

Voor hen, die op Hem bouwen,

Mijn burcht, mijn toevlucht in den nood,

Den God van mijn betrouwen.

Vers 2

Gij zult aan d' een en d' and're hand,

Tienduizenden zien val-len;

Terwijl gij, in gerusten stand,

Bewaakt blijft boven al-len.

Het dreigend leed vliegt u voorbij;

Alleenlijk zien uw ogen,

Hoe schrikk'lijk 't loon der bozen zij,

Die d' Almacht niet verhogen.

Vers 3

Ik steun op God, mijn toeverlaat,

Dies heb ik niets te vre-zen.

Wie God vertrouwt, die deert geen kwaad;

- Uw tent zal veilig we-zen;

Hij zal Zijn engelen gebiên,

Dat z' u op weg bevrijden;

Gij zult hen, in gevaren, zien

Voor uw behoud'nis strijden.

Begeleiding nog niet beschikbaar

Bijdrage leveren

Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen