Uw grenzeloze liefde, o Heer! Uw grenzeloze liefde, o Heer

Vers 1

Verklaart geen mensentong op aard;

O, dat mijn ziel steeds in U leeft;

Uw liefde, o Heer, is m’ alles waard;

Ik ben Uw eigendom geheel,

En Gij, Heer, zijt mijn eeuwig deel.


Vers 2

Geef, Heer! dat niets ooit in mijn ziel

Moog’ wonen dat Uw liefdegloed;

Dat ’k in die liefde meer en meer, - Moog’ roemen als mijn enig goed;

Verban uit mij wat U bedroeft,

En geef mij wat mijn ziel behoeft.


Vers 3

O liefde Gods, hoe sterk zijt gij!

Dat alle zielesmart verdwijnt,

Dat elke moeite of zorg versmelt,

Waar Uwe gloed in ’t harte schijnt;

Geef, Heer, dat niets mij strelen mag,

Dan Uwe liefde dag aan dag.


Vers 4

O, laat mij als een heel klein kind,

U daag’lijks volgen waar Gij leidt;

En aan Uw Woord gehoorzaam zijn;

Vervul mijn hart met need’righeid;

Blijf mij nabij en maak mij, Heer,

U meer gelijk, steeds meer en meer.


Vers 5

In droefheid of in lijden, Heer!

Zij Uwe liefde mij tot steun;

En eer mij zwakheid struik’len doet,

O, dat ik op Uw arm dan leun’!

Sterk mij, o Heer, door Uwe macht,

En redt mij uit der zonde macht.

Begeleiding nog niet beschikbaar

Bijdrage leveren

Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen