Diep was de kloof die mij van U scheidde. Diep was de kloof
Hoog was de bergtop - boven mijn kracht.
Ik keek vertwijfeld op naar de hemel
en sprak uw naam uit in de nacht.
Toen brak uw liefde dwars door het donker
dreef elke schaduw uit mijn hart.
Het eind is zeker: U heeft gewonnen.
Jezus, U mijn vaste hoop.
Wie kon op zoveel genade hopen?
Wie peilt uw liefde, betoond aan mij?
U daalde af, Heer, vanuit de hemel;
U droeg mijn schuld, U droeg mijn pijn.
U werd gekruisigd; ik ben vergeven.
De Koning zelf noemt mij zijn kind.
Ik ben van U, Heer, nu en voor eeuwig.
Jezus, U mijn vaste hoop.
Halleluja! Van de dood verlost Hij mij.
U breekt ketens, één voor één.
U brengt redding, U alleen!
Jezus, U mijn vaste hoop.
Vroeg in de morgen werd het bezegeld:
uw dode lichaam werd opgewekt.
Het graf is open, de Leeuw verrezen;
nu is de dood ook mijn eind niet meer.
Jezus, U bent de hoogste Heer!
Bijdrage leveren
Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen