Diep was de kloof die mij van U scheidde. Diep was de kloof

Vers 1

Hoog was de bergtop - boven mijn kracht.

Ik keek vertwijfeld op naar de hemel

en sprak uw naam uit in de nacht.

Vers 2

Toen brak uw liefde dwars door het donker

dreef elke schaduw uit mijn hart.

Het eind is zeker: U heeft gewonnen.

Jezus, U mijn vaste hoop.

Vers 3

Wie kon op zoveel genade hopen?

Wie peilt uw liefde, betoond aan mij?

U daalde af, Heer, vanuit de hemel;

U droeg mijn schuld, U droeg mijn pijn.

Vers 4

U werd gekruisigd; ik ben vergeven.

De Koning zelf noemt mij zijn kind.

Ik ben van U, Heer, nu en voor eeuwig.

Jezus, U mijn vaste hoop.

Refrein: Halleluja! Prijs de Heer die mij bevrijdt!

Halleluja! Van de dood verlost Hij mij.

U breekt ketens, één voor één.

U brengt redding, U alleen!

Jezus, U mijn vaste hoop.

Vers 5

Vroeg in de morgen werd het bezegeld:

uw dode lichaam werd opgewekt.

Het graf is open, de Leeuw verrezen;

nu is de dood ook mijn eind niet meer.

Jezus, U bent de hoogste Heer!

Refrein

Begeleiding nog niet beschikbaar

Bijdrage leveren

Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen