Neig, o HEER, Uw gunstig' oren, Psalm 86:1,3,6
Om mij in mijn angst te horen;
‘k Ben ellendig, diep in nood,
Gans van heul en hulp ontbloot.
Hoed mijn ziel; Gij zijt almachtig,
En ik ben Uw gunst deelachtig;
O mijn God, die mij aanschouwt,
Red Uw knecht, die U vertrouwt.
HEER, door goedheid aangedreven,
Zijt Gij mild in 't schuldvergeven.
Wie U aanroept in den nood,
Vindt Uw gunst oneindig groot.
HEER, neem mijn gebed ter oren;
Wil naar mijne smeking horen;
Merk, naar Uw goed
gunstigheên,
Op de stem van mijn gebeên.
Leer mij naar Uw wil te hand’len,
‘k Zal dan in Uw waarheid wand’len;
Neig mijn hart, en voeg het saâm
Tot de vrees van Uwen naam.
HEER, mijn God, ik zal U loven,
Heffen 't ganse hart naar boven;
‘k Zal Uw naam en majesteit
Eren tot in eeuwigheid.
Bijdrage leveren
Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen