Jezus! Die mijn ziel
bemint
Jezus! die mijn ziel bemint,
’s Levens stormen loeien, Heer!
O, beveilig mij, Uw kind,
Leg mij aan Uw boezem neêr.
Als de golven woedend slaan
Tegen rotsen op en neêr!
Laat mij aan Uw zij dan staan
Tot de storm voorbij is, Heer!
And’re toevlucht ken ik geen;
Hulp’loos kom ik tot U vliên;
Laat, o laat mij niet alleen,
Wil mij steeds Uw hulpe biên!
Als de zondelast mij drukt,
Zend mij Uw verlossing neêr;
Ben ik zwak en neêrgebukt,
Schenk mij dan Uw kracht, o Heer!
Gij, o Heiland, zijt mijn kracht,
Gij mijn hoog vertrek, o Heer!
Gij sterkt zwakken door Uw macht,
Gij geeft blinden de oogen weêr.
Heilig, driemaal heilig, Gij!
Zie ontfermend op mij neêr;
Niets dan zwakheid vindt G’ in mij;
Schenk mij Uw genade, o Heer!
Volheid van genade, Heer!
Woont steeds in Uw priesterhart.
Stort den stroom des levens neêr
In mijn zie, neem weg mijn smart.
Gij zijt ’s levens Heilfontein,
Gij geeft zondaars zaligheid;
Was mij, Heer! en houd mij rein,
Nu en tot in eeuwigheid.
Bijdrage leveren
Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen