'k Ben hier een vreemdeling, ’k Ben hier een vreemdeling
Op reis naar huis.
Deez’ aard is een woestijn;
Hier ben ’k niet thuis.
Vrees is aan alle kant,
’k Word daag’lijks aangerand,
Boven is ’t Vaderland,
Daar ben ik thuis.
’t Kwaad dreigt mij elken stap,
’k Ben nog niet thuis.
Kort is mijn vreemd’lingschap,
Ik ga naar huis.
De stormwind loeie vrij,
Hij is weer ras voorbij,
’k Woon eens verlost en blij
In ’t Vaderhuis.
Klagen, dat mag ik niet,
Al ben ’k niet thuis;
Al kwelt hier mij verdriet,
Eens kom ik thuis.
Daar is geen smart of schand’,
Daar is mijn Vaderland,
Daar aan Gods rechterhand,
Daar ben ik thuis.
Ja, aan mijns Heilands zij’
Ben ’k eeuwig thuis,
En gans van zonden vrij,
In ’t Vaderhuis
Na al de aardse druk
Smaak ik een vol geluk,
Als ’k voor mijn Koning buk,
Voor eeuwig thuis.
Bijdrage leveren
Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen