Er gaat door alle landen
Een trouwe kindervrind;
Geen oog kan Hem aanschouwen,
Maar Hij ziet ieder kind.
De hemel is Zijn vaderland,
Hij is des Heeren afgezant.
Hij komt in alle huizen,
En waar een vrolijk kind
Zijn vader en zijn moeder
En God den Heer bemint,
Daar woont Hij gaarne dag en nacht,
En houdt er over ’t kind de wacht.
Daar speelt Hij met de kindren
Zoo vriend’lijk en zoo zacht,
Hij deelt in hunne vreugde,
En luistert naar hun klacht;
En ’t kind dat naar zijn lessen doet
Wordt zacht en vriend’lijk van gemoed.
En gaat het kind ter ruste,
Die Vriend verlaat hem niet;
Bewaakt getrouw zijn bedje,
Dat hem geen kwaad geschiedt,
En wekt hem in den morgenstond,
En maakt hem vrolijk en gezond.
Bijdrage leveren
Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen