Genâ, o God, genâ, hoor mijn gebeen; Psalm 57:1,2,5,7

Vers 1

Want mijne ziel vetrouwd op U alleen;

Mijn toevlucht is de schaduw Uwer vleug’len;

Ik berg mij daar voor alle tegenheen;

Totdat Uw macht den vijand zal beteug’len.

Vers 2

Ik roep tot God, den Koning van 't heelal;

Tot God, die't werk aan mij voleinden zal,

Die van omhoog, mij redt uit mijn ellenden,

En hoe men woed', mijn vijand brengt ten val:

God zal Zijn gunst en waarheid nederzenden.

Vers 3

Uw hand, o God, heeft veilig mij geleid,

Ik ben gered; nu is mijn hart bereid,

Het is bereid, om U, mijn God, te loven;

Nu wordt Uw naam door mij met vreugd verbreid;

Mijn psalmgezang klimm', tot Uw roem, naar boven.

Vers 4

Uw goedheid, HEER, is groot en hemelhoog;

Uw waarheid reikt tot aan den wolkenboog;

Verhef U dan ver boven 's hemels kringen;

Uw eer versprei' haar luister in elks oog;

Laat ieder die door heel de wereld zingen.

Begeleiding nog niet beschikbaar

Bijdrage leveren

Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen