Zou ik U, o God, niet

Vers 1

zingen

Vers 2

Zou ik U, o God, niet zingen,

zou ik U mijn dank niet bien,

daar Gij mij in alle dingen

uwe vadertrouw doet zien?

’t Is toch liefde, niets dan liefde,

die uw vaderhart beweegt;

liefde, die mij steeds verpleegt.

Gij naamt weg al wat mij griefde.

Ondoorgrond’lijk, zoals Gij,

is Uw liefde, o God, voor mij.

Vers 3

Voor mij, helemaal verloren,

gaf Gij Uw geliefde Zoon.

Door Uw Geest ben ik herboren,

die mijn lichaam koos ter woon.

Wie kan wat Gij doet doorgronden?

Wie uw liefde, o God, verstaan,

die Gij mij, met schuld belaan,

door uw Zoon hebt doen verkonden?

Ondoorgrond’lijk, zoals Gij,

is uw liefde, o God, voor mij.

Vers 4

Bitterzoet

Vers 5

God, Uw Woord is zoet en bitter

Als de zomer na de winter

Medicijn en heerlijkheid

Eerst ellende dan verlossing

Eerst de strijd maar dan verzoening

Smal de weg, maar ’t einde wijd.

Refrein: ’t Woord wat klinkt uit Jezus’ mond

Maakt ons levend en gezond

Als een vrucht uit ’t paradijs

O de schat die ’k heb ontdekt

Er is niets wat zo goed smaakt

Wonderlijk en bitterzoet

Vers 6

Eerst mijn Vijand nu mijn Helper

U mijn Advocaat en Rechter

U ontdekt en U dekt toe.

U vermaand en U bemoedigd

Vult na vasten overvloedig

Onverdiende zegenvloed.

Refrein

Begeleiding nog niet beschikbaar

Bijdrage leveren

Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen