Mijn hart, o Hemelmajesteit, Psalm 108:1,2
Is tot Uw dienst en lof bereid.
‘k Zal zingen voor den Opperheer;
‘k Zal psalmen zingen tot Zijn eer.
Gij, zachte harp, gij schelle luit,
Waakt op; dat niets uw klanken stuit’;
‘k Zal in den dageraad ontwaken,
En met gezang mijn God genaken.
Ik zal, o HEER, Uw wonderdaan,
Uw roem den volken doen verstaan;
Want Uwe goedertierenheid
Is tot de heem'len uitgebreid;
Uw waarheid heeft noch paal noch perk,
Maar streeft tot aan het hoogste zwerk.
Verhef U boven 's hemels kringen,
En leer al d' aard' Uw grootheid zingen.
Bron van zaligheden
Bron van zaligheden,
doe m' Uw pad betreden
volgzaam blijven en stil
Trooster aller smarten
neig mij dwaalziek harte
tot Uw vrees en wil
Leer mij U in heel mijn leven
Lof, aanbidding, dank te geven.
Bron van Geesteskrachten
leer mij U verwachten
wakend, biddend zijn.
Help m' in 't daag'lijks leven
Liefde na te streven,
waar en rein te zijn;
en mij leven zo getuige
dat de wereld voor U buige.
Bron van mijn verblijden
leer mij ook in 't lijden
stil zijn en verheugd
Dat men in mijn wezen
duid’lijk steeds moog' lezen
Jezus’ kracht geeft vreugd
Dan zal eens in 't uur van scheiden
Zelfs de dood mijn ziel
verblijden.
Bijdrage leveren
Help mee door een audio-opname van dit lied bij te dragen