“Vrees niet, Ik ben met u”, Vrees niet, Ik ben met u

Dat heeft Jezus beloofd.

Zijt g’ ook eenzaam, verlaten,

Werd u ’t al ontroofd,

Dit zal u vertroosten,

Sterken in den strijd;

Nooit zal Hij u verlaten,

Hij is met u t’ allen tijd.


Hij zal u nimmer verlaten, nimmer laat Hij u alleen.

Nee, nimmer alleen, neen, nimmer alleen;

Hij zal u nimmer verlaten, nimmer laat Hij u alleen.


Rozen, zij verwerken,

Leliën, zij vergaan.

Wat op aarde schittert,

Ach! ’t blijft niet bestaan.

Jezus, Roos van Saron,

Bloeit in eeuwigheid;

- Wat op aard ver-dwijne,

Hij is met u t’ allen tijd.

Wat u ook bedreige,

Welk gevaar u wacht,

Hoe de storm moog’ loeien,

Vrees geen donk’ren nacht.

Zaligheid en vrede,

Rust en veiligheid;

Geeft u Zijn belofte:

“Ik ben met u t’ allen tijd.”