O broeder, is 't licht in uw ziele gedoofd, O broeder, is 't licht in uw ziele gedoofd

Het vuur van de Heilige Geest,

De heldere vlam, eens ontstoken door God,

Die eenmaal uw kracht is geweest?

Brandend uw lamp,

Ook dan, als u alles ontviel.

Als schaduw verdonkert uw levensgeluk,

Houd brandend de lamp van uw ziel.

Slechts brandende fakkels verspreiden Gods licht,

In harten door satan verblind.

Laat stralen uw licht, doof de vlam nimmer uit,

Gij kind, door de Vader bemind.

De rokende vlaswiek wordt nimmer geblust.

Schep moed en vertrouw op uw God.

Ontsteek uw klein lichtje opnieuw aan Gods vlam

En wandel naar 's Heren gebod.

Hef op dan uw lamp, in de glorie van God.

Red zielen en leef tot Zijn eer.

Strijd moedig, temidden van zonde en nood.

Straks komt Hij, uw Heiland en Heer.